Toen begin dit kalenderjaar in Düsseldorf de eerste e-testtruck van FRAMO werd gepresenteerd, bij het Ministerie van Economische Zaken van Nortrhein-Westfalen, was het project electric Green Last Mile (eGLM) reeds anderhalf jaar in opbouw. Inmiddels, na een mooie zomer, is op 23 oktober 2019 de eerste e-truck bij MAN Venlo voor Meulenberg Transport door leverancier FRAMO afgeleverd. Is er al een tussenbalans op te maken over dit baanbrekende project?
Laten we eerst de contouren nog kort schetsen. Niet eerder werden in Europa zoveel e-trucks (7) tegelijk, bij zoveel bedrijven (6) tegelijk, verdeeld over twee landen, aangeschaft en in het normale bedrijfsproces gebracht.
Ook de eigenschappen liegen er niet om. 345kWh batterijpakket (3rd generation) zorgt voor minstens 150 kilometer actieradius. Waarschijnlijk ligt dat getal in de praktijk hoger. Het piekkoppel van 11.000Nm is zeer straf. Na ruim een half uur laden is de e-truck weer bedrijfsklaar. Ruim binnen de tijd die toch al moet worden stilgestaan volgens de Rust- en Rijtijdenwet. Ongekende getallen in transportland.
Naast enkele bekende eenlingen zijn e-trucks nog weinig geziene verschijningen op de Nederlandse en Duitse wegen. Er is nog geen massaproduct beschikbaar. Daarom wil eGLM de implementatie ervan op grotere schaal openbreken en dat op diverse fronten tegelijkdoen: de truck, ultrasnelle laadinfra, alles rond de netaansluiting, het bedrijfsproces èn de samenwerking tussen bedrijven, kennisinstellingen en internationale overheden. Kortom, de uitdagingen van elektrificatie van de transportsector en tegelijk de grootheden binnen het INTERREG Deutschland-Nederland project. Een project van 5,2 miljoen Euro waarvoor 4 jaar de tijd is uitgetrokken.
Elektrisch rijden in de transportsector gaat in dit stadium van ontwikkeling niet over welk merk truck wordt aangeschaft. Er wordt gekeken naar hoe de totale keten kan worden ontwikkeld. Niets is nog gesetteld in het speelveld van elektrisch zwaar transport. eGLM is daarmee een voorloper in Europa en probeert de weg te banen naar een volledig groene transportsector. Een lans te breken, zo u wilt.
De berijder is een belangrijke schakel in het hele proces. Daarom is ruim zes weken ingeruimd voor testrijden met de voorloper. Elke chauffeur is opgegroeid met diesel, kent de kracht en souplesse van de 6-cilinders. Wat interessant is, is dat zelfs de krachtigste diesels bij hun piekvermogen op ongeveer een kwart van de Newtonmeterpiek van deze eGLM truck komen. Dit was dan ook als een van de voornaamste opmerkingen uit de testweken van de chauffeurs die hebben testgereden: “echt véél koppel”. Daarnaast werden de handling geroemd (“geweldig, direct, geen verschil met de beste diesel”) en is de e-truck erg stil, vooral bij lage snelheden.
Tevens werd one pedal drivingals zeer prettig ervaren. Niet meer schakelen, met één voet optrekken en remmen, tot aan bijna stilstand: “Even wennen, tot het einde van het industrieterrein. Daarna: zeer rustgevend rijden”, aldus een van de chauffeurs.
De rekensom die velen maken is niet lastig voor te stellen. Heel zwaar voertuig, dus veel accu nodig, die heel zwaar is, dus: wat is de winst. Prettig om nu alvast te weten: het kan uit. Ruim. FRAMO takelt een 345kWh accupakket van de 3rd generation in de e-truck. Het project voorziet in 300kW snelladers en 50kW night/destination chargers. Ergo: leeg rij je nooit (doet men met diesels immers ook niet) dus van bijna leeg tot helemaal vol betekent 30 tot 45 minuten. Staat men te laden of lossen, dan hangt men aan een destination charger.
Bijzonder om te melden is dat deze vorm van ultrafast charging voor heavy duty nog niet bestond voor het eGLM project. Het project zet daarmee een (nieuwe) deur open naar acceptatie van elektrisch zwaar transport. Het breekt een grens die velen nu nog tegenhoudt. Die van het snel kunnen bijladen op hoge vermogens op plekken waar het nodig is.
Recht evenredig met de stevige innovatie-uitdagingen – zowel technisch als organisatorisch – liggen ook de kosten. Het kan naar normale marktomstandigheden nog niet uit: 44 ton met meer dan 150 kilometer range elektrisch. De Europese INTERREG subsidie is noodzakelijk, naast de investeringen die de bedrijven doen. Grofweg liggen de aanschafkosten van de e-truck op een factor 4 en de laadinfra ligt op een vergelijkbaar uitgaveniveau, wanneer men geen noemenswaardige elektrische basisinfrastructuur aantreft. Denk dan aan de laadpaal zelf, gridaanpassingen, transformators en dergelijke.
De reden voor de hogere kosten is te vinden in het simpele feit dat deze vorm van duurzaam transport, de gehele keten meegenomen, nog nooit eerder is aangepakt. Het is de eerste keer dat dit op deze schaal wordt gedaan. Met elkaar concurrerende bedrijven steken er geld in, steken met elkaar de nek uit voor de branche. Wat niet is en wel gewild, moet immers worden gevonden. En dat kost nu geld waar later in bredere vorm – branche breed – van geprofiteerd wordt.
Transporteurs weten het: klanten die schreeuwen om verduurzaming van hun diensten. Men wordt zelfs ongeduldig. Hoe win je die slag? Er is immers nog niks op de markt voorhanden om die roep om verduurzaming van klanten te beantwoorden. Daarom hebben de zes bedrijven binnen eGLM de handen ineengeslagen om het te gaan doen, samen met overheden, onder INTERREG Deutschland - Nederland.
Een groot stuk van de uitdaging ligt in de laadinfrastructuur. A: 300kW ultrafast charging bestaat nog niet voor heavy duty. B: de veelheid van betrokken partijen en belangen: gemeentes, provincies, netbeheerders, energiemaatschappijen, grondeigenaren, toeleveranciers, juristen, bedrijfsbelangen. Het is geen sinecure te innoveren in een omgeving waar bestaande belangen sinds jaren gesetteld zijn. En toch moet het voorwaarts. Het moet naar duurzaam, het roer moet letterlijk om. Dat geeft een complexiteit die eGLM wil oplossen en doorgeven aan de transportmarkt die wil verduurzamen. Het kan niet anders.
In de ultra-competitieve transportmarkt is men immer tot de tanden gewapend. En dan juist hier zien we dat concurrenten samenwerken. Dat mag uniek genoemd worden. Maar is het ook een voorbode? Een voorname conclusie uit eGLM tot nu toe is dat duurzaamheid daadwerkelijk concurrenten dichter tot elkaar brengt. Het brengt immers geld in het laadje in een innovatief stuk van de markt waar dit eerder onmogelijk leek. Het levert een sterkere positionering in de markt en betere voorwaarden op bij contracten. Klanten eisen het ook. Dus, zowel kleine als grote bedrijven kunnen samen deze stappen maken. Als gelijkwaardige partners met een gezamenlijk doel in duurzaamheid en een intrinsiek maatschappelijk en commercieel belang.